bedenkelijk

Dutch

Etymology

From bedenken + -e- + -lijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈdɛŋ.kə.lək/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧den‧ke‧lijk

Adjective

bedenkelijk (comparative bedenkelijker, superlative bedenkelijkst)

  1. dubious

Inflection

Inflection of bedenkelijk
uninflected bedenkelijk
inflected bedenkelijke
comparative bedenkelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial bedenkelijkbedenkelijkerhet bedenkelijkst
het bedenkelijkste
indefinite m./f. sing. bedenkelijkebedenkelijkerebedenkelijkste
n. sing. bedenkelijkbedenkelijkerbedenkelijkste
plural bedenkelijkebedenkelijkerebedenkelijkste
definite bedenkelijkebedenkelijkerebedenkelijkste
partitive bedenkelijksbedenkelijkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.