kenmerkend

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

kenmerkend

  1. present participle of kenmerken

Inflection

Inflection of kenmerkend
uninflected kenmerkend
inflected kenmerkende
positive
predicative/adverbial kenmerkend
kenmerkende
indefinite m./f. sing. kenmerkende
n. sing. kenmerkend
plural kenmerkende
definite kenmerkende
partitive kenmerkends

Adjective

kenmerkend (comparative kenmerkender, superlative kenmerkendst)

  1. Characteristic.
    Synonyms: karakteristiek, tekenend, typerend, typisch
    Antonym: atypisch

Inflection

Inflection of kenmerkend
uninflected kenmerkend
inflected kenmerkende
comparative kenmerkender
positive comparative superlative
predicative/adverbial kenmerkendkenmerkenderhet kenmerkendst
het kenmerkendste
indefinite m./f. sing. kenmerkendekenmerkenderekenmerkendste
n. sing. kenmerkendkenmerkenderkenmerkendste
plural kenmerkendekenmerkenderekenmerkendste
definite kenmerkendekenmerkenderekenmerkendste
partitive kenmerkendskenmerkenders
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.