rechterlijk

Dutch

Etymology

From rechter + -lijk.

Pronunciation

  • (file)
  • Hyphenation: rech‧ter‧lijk

Adjective

rechterlijk (comparative rechterlijker, superlative rechterlijkst)

  1. judicial

Inflection

Inflection of rechterlijk
uninflected rechterlijk
inflected rechterlijke
comparative rechterlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial rechterlijkrechterlijkerhet rechterlijkst
het rechterlijkste
indefinite m./f. sing. rechterlijkerechterlijkererechterlijkste
n. sing. rechterlijkrechterlijkerrechterlijkste
plural rechterlijkerechterlijkererechterlijkste
definite rechterlijkerechterlijkererechterlijkste
partitive rechterlijksrechterlijkers

Derived terms

Adverb

rechterlijk

  1. judicially
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.