uitgestrekt

Dutch

Pronunciation
  • Audio(file)

Participle

uitgestrekt

  1. past participle of uitstrekken

Declension
Inflection of uitgestrekt
uninflected uitgestrekt
inflected uitgestrekte
positive
predicative/adverbial uitgestrekt
indefinite m./f. sing. uitgestrekte
n. sing. uitgestrekt
plural uitgestrekte
definite uitgestrekte
partitive uitgestrekts
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.